Film A:
1. Maya wil meer contact met mensen. Wat kan ze doen volgens Martijn?
2. Wat heeft de buurvrouw meegenomen?
3. Van dienst zijn betekent helpen. Welke voorbeelden noemt de buurvrouw?
4. Gaat Maya geld verdienen met vrijwilligerswerk?
Film B:
5. Welke drie (3) vragen stelt de directrice aan Maya?
1 opmerking:
1.Maya wil meer contact met mensen. Wat kan ze doen volgens Martijn?
A: Ze kan koken en buurhis of fiet cursus doen.
2. Wat heeft de buurvrouw meegenomen?
A: Een krant met vacanture en vrijwillegers huis.
3. Van dienst zijn betekent helpen. Welke voorbeelden noemt de buurvrouw?
A: boodschappe doen,rolstoel duwe,gewoon prachtijd make mensen,brengen jar koffie doen.
4. Gaat Maya geld verdienen met vrijwilligerswerk?
A: nee.
5. Welke drie (3) vragen stelt de directrice aan Maya?
A: 1.Kent to huis?
2.Heb je ervaring met oudere?
3.Vind to moeilijk met contacten maken?
Een reactie posten